De sloughi is een windhond die veel voorkomt in de landen van Noord-Afrika zoals Marokko, Libië, Algerije en Tunesië. Deze hond wordt ook wel Berberse windhond genoemd, hoewel de sloughi als jachthond bij de Bedoeïnen-stammen (woestijnnomaden) hoorde. Deze windhond is iets minder rank gebouwd dan bijvoorbeeld de barzoi en is bovendien kortharig. Het dier ziet er dan ook sterk en compact uit en is een snelle jager met een gigantisch uithoudingsvermogen.
Ethiopië
Er wordt over het algemeen beweerd dat de sloughi een windhond is die van oorsprong uit de buurt van Ethiopië komt en mogelijk een link heeft met het oude Nubië. Op aardewerk van 5000 jaar geleden is een afbeelding te zien van een kortharige windhond met hangoren. De afgebeelde hond doet sterk denken aan een sloughi. Uit recent DNA-onderzoek is gebleken dat deze windhond reeds duizenden jaren lang in Afrika voorkomt en dat het hier dus gaat om een oeroude rashond.
Bedoeïnenhond
De Bedoeïnen gebruikten de sloughi als jachthond om aan voldoende voedsel te kunnen komen voor hun families. Nomaden waren destijds voor hun voedselvoorziening grotendeels afhankelijk van de jacht op wild. Omdat deze windhond snel en effectief kan jagen, was hij makkelijk in staat om hazen en gazelles te pakken te krijgen. De sloughi was daarom onmisbaar voor de Bedoeïnenfamilies en hij werd zodoende met veel respect bejegend. Inmiddels kennen de overgebleven Bedoeïnenstammen ook andere manieren om aan voedsel te komen en is de jacht op wild naar de achtergrond verdwenen, mede doordat de jachtwetten strenger zijn geworden. Ondanks alles is de sloughi nog steeds een geliefde vriend van het Noord-Afrikaanse volk. De meeste Berberse windhonden zijn tegenwoordig te vinden in Marokko,